vrijdag 21 april 2017

Slimme meter, domme conclusies

De afgelopen dagen was er veel gesproken over de slimme meter. In plaats van de verwachte 3,5% energiebesparing levert de slimme meter slechts 1% energiebesparing op. Aldus het Planbureau voor de Leefomgeving.

De Media

Zonder het rapport helemaal te hebben doorgenomen, schreven een aantal media:

  • ‘Meter bespaart amper’, Telegraaf 19-11-16
  • ‘Slimme energiemeter bespaart maar weinig’, NOS 18-11-16
  • ‘Slimme meter bespaart veel minder dan verwacht’, Volkskrant 19-11-16

Wat mij opvalt aan het rapport is dat het voornamelijk een theoriestudie is. Het onderzoek is gedaan aan de hand van een aantal combinaties van deskresearch, interviews met zogenaamde 'experts'.

Cijfers

Zonder een afkeur te willen doen aan het rapport, want het is absoluut een aanrader om het te lezen, wil ik wel afbkeur doen aan de conclusies van het rapport door de media. Wanneer de cijfers beter worden waargenomen, zijn deze juist hoopvol. Immers:

  • van alle huishoudens heeft pas 25% een slimme meter;
  • deze huishoudens hebben 1% energie bespaard;
  • slechts 15% van de huishoudens met een slimme meter heeft een ‘in-home-display’ (15% x 25% = 3,75% van alle huishoudens);
  • het gros van de energiebesparing komt van huishoudens met een in-home-display.
Nederland telt in 2016 7,72 miljoen huishoudens volgens het CBS. Volgens het NIBUD wordt per huishouden op jaarbasis gemiddeld 2.970 kWh elektriciteit en 1.430 m3 gas verbruikt.
Even een sommetje:
  • 7,72 miljoen huishoudens x 2.970 kWh per jaar = 22, 9 TWh elektriciteit per jaar.
  • 7,72 miljoen huishoudens x 1.430 m3 per jaar = 11,04 miljard m3 gas per jaar.

Besparing

De besparing van de huishoudens met een slimme meter is 22,9 TWh x 25% x 1% = 57,25 miljoen kWh en 11,04 miljard m3 x 25% x 1% = 27.600.000 m3. 

Deze besparing wordt nagenoeg gerealiseerd door een zeer beperkt aantal huishoudens, namelijk zo’n 3,75%. Wanneer alle huishoudens een in-home-display, ofwel een Toon-achtig apparaat zouden hebben, kan de besparing dus oplopen tot 100 / 3,75 x 57,25 miljoen kWh = 1,53 TWh elektriciteit en tot 100 / 3,75 x 27.600.000 m3 = 736 miljoen m3 gas.

De relatieve besparing op elektriciteit en gas komt hiermee op voor beiden op 6,7% , een stuk hoger dan de 3,5% waarop wordt gerekend.

Conclusie

Uiteraard valt er op mijn rekenmethodiek iets aan te merken. Maar dan nog: wanneer ik er de helft naast zit, is de besparing nog steeds in de buurt van de 3,5% waarop wordt gerekend.
De vraag is ook hoeveel er nu daadwerkelijk is onderzocht. ‘Deskresearch’, ‘interviews’ en ‘participatief onderzoek’. Maar onder hoeveel deelnemers is dat gedaan? Zijn dat die elf vertegenwoordigers? Lekker representatief onderzoek dan…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten